De gevreesde mid-life crisis kan de piek van ellende zijn in het leven. Volgens een studie die maandag werd gepubliceerd in het National Bureau of Economic Research blijkt dat mensen - gemiddeld genomen - op een leeftijd van 47.2 het ongelukkigst in het leven staan.
David Blanchflower, professor aan het Dartmouth College keek naar trends in 132 landen om de relatie tussen welzijn en leeftijd te onderzoeken en hij stelde vast dat de piek van de ellende van het leven neerkomt op een leeftijd van 47.2. "Ceteris paribus, het welzijn van een typisch individu bereikt zijn minimum - aan beide zijden van de Atlantische Oceaan en voor zowel mannen als vrouwen - op middelbare leeftijd," aldus Blanchflower.
Eerdere onderzoeken naar welzijn toonden aan dat geluk over het algemeen gedurende het leven een relatief vlak is en licht toeneemt met de leeftijd, maar Blanchflower wilde de relatie tussen leeftijd en geluk beter begrijpen. Om deze relatie beter te kwantificeren, keek Blanchflower naar gegevens van 500.000 willekeurig Amerikanen en West-Europeanen. Hij ontdekte dat elk land een 'gelukscurve' heeft - met andere woorden; geluk volgt een U-vormige koers. Mensen bereiken over het algemeen piekongeluk op middelbare leeftijd, met grotere gelukservaringen in de jeugd en op hoge leeftijd. "Het traject van de curve geldt in landen waar het gemiddelde loon hoog is en waar het niet is en waar mensen de neiging hebben langer te leven en waar ze dat niet doen."
Blanchflower ontdekte dat dit voor de meerderheid van de mensen in alle 132 landen waar was, zelfs na controle op andere invloeden op levensgeluk en tevredenheid zoals inkomen, opleidingsniveau en huwelijk. Dit ondersteunt de theorie dat leeftijd een effect heeft op het algemene geluk, onafhankelijk van al het andere in het leven van een persoon.
Na het dieptepunt van 47,2 jaar zouden we ons opnieuw gelukkiger voelen. En dat gevoel is universeel volgens Blanchflower. “We hebben vastgesteld dat de midlifecrisis overal in de wereld voorkomt en zelfs bij primaten, waartoe alle halfapen en apen gerekend worden, gezien wordt. Het lijkt dus op een soort natuurlijk proces, waardoor we vermoeden dat de midlifecrisis in de genen zit, al moet dat nog onderzocht worden.”