Je hebt het
nieuws vast wel voorbij zien komen: twee Belgische jongens zijn in Kenia
opgepakt omdat ze betrapt zijn op het smokkelen van mieren. Geen grap. Niet
één, niet tien, maar zo’n vijfduizend koninginnenmieren, netjes opgeborgen in
2.244 reageerbuisjes.
Vorige week
hing er nog een levenslange gevangenisstraf boven hun hoofd. Vanavond horen de
jongens welke straf hen daadwerkelijk te wachten staat. De tieners noemen het
zelf "een naïeve vergissing", maar volgens het Openbaar Ministerie
reisden ze met een duidelijk doel naar Kenia: mieren smokkelen.
De twee
achttienjarige Kempenaren, David L. en Seppe L., werden in een hostel aan het
Naivasha-meer ingerekend. De politie vond in hun bagage een bizarre buit:
duizenden koninginnenmieren, netjes verpakt alsof ze onderweg waren naar een
mierencongres.
Vast in Kenia
Ze zitten
inmiddels al 2,5 week vast op een Keniaans politiebureau. En geloof het of
niet: deze
mieren zijn behoorlijk wat waard. Het Keniaanse parket schat de
totale waarde op zo’n 1 miljoen Keniaanse shilling (ongeveer 7.000 euro). Maar
in Europa kunnen ze oplopen tot wel 150 euro per mier. Serieus geld dus, voor
iets wat je normaal gesproken niet ziet lopen.
Volgens de
Kenya Wildlife Service (KWS) is dit geen kinderspel. ,,Deze zaak is een
mijlpaal in de strijd tegen biopiraterij en de illegale handel in insecten,”
aldus de instantie. Ze nemen het bloedserieus en hebben zich als burgerlijke
partij gemeld in de zaak. Vroeger draaide dierensmokkel vooral om iconen als
olifanten, maar tegenwoordig verschuift de focus naar ecologisch belangrijke
soorten, zoals deze mieren.
Zeldzame mierensoort
De gesmokkelde
soort is de
Messor cephalotes, in de volksmond ook wel de Afrikaanse oogstmier.
Deze beestjes bouwen complexe ondergrondse kolonies, slaan zaden op voor de
winter en helpen ook nog eens bij het bestrijden van ongedierte. Het smokkelverhaal klinkt misschien als een
slechte sidequest, maar de realiteit is anders. De Afrikaanse oogstmier komt
alleen voor in Ethiopië, Soedan en Kenia en is dus zeldzaam en zeldzaam
betekent natuurlijk cahsen. De prijs per mier varieert tussen de 10 en 250
euro, afhankelijk van het land. Geen gekke bijverdienste dus, als je de juiste
mieren in handen hebt.
Anderhalve week
geleden verschenen David en Seppe voor de rechter op het Jomo Kenyatta
International Airport, een vliegveld dat bekendstaat om het vroegtijdig
onderscheppen van smokkelwaar. Daar gaven de jongens toe en vroegen ze om een
tweede kans. „We zijn niet naar Kenia gekomen om de wet te breken,” zei David.
„Het was een stomme fout. We zijn achttien en hebben gewoon dom gedaan.”
Maar hun
verhaal wringt. Want de overheid ziet in het tweetal geen naïeve toeristen,
maar bewuste smokkelaars. Ze wijzen op het enorme aantal mieren, de speciaal
geprepareerde reageerbuisjes (compleet met watten voor een lange overleving) en
het feit dat deze buisjes ontworpen lijken om röntgenscanners op luchthavens te
omzeilen.
Deze straf hangt ze boven het hoofd
En dan komt
natuurlijk de hamvraag: wat voor straf riskeren ze? Volgens de Wildlife
Conservation and Management Act (WCMA) kunnen de boetes voor het illegaal
handelen in niet-bedreigde diersoorten, zoals deze mieren oplopen tot 20
miljoen Keniaanse shilling (zo’n 135.000 euro), met daarnaast een gevangenisstraf
van minimaal tien jaar. Of beide.
Het Openbaar
Ministerie en de KWS willen van deze zaak een voorbeeld maken. Hun boodschap is
glashelder: het maakt niet uit hoe klein het beestje is wie handelt in wilde
dieren zonder vergunning, krijgt met de volle kracht van de wet te maken.