Q&A met Sander Schimmelpenninck: “Ik ben wel klaar met provoceren op social media”

Sander Schimmelpenninck leerden we kennen als collega bij zakenblad Quote. Daarna was hij niet van de buis te slaan als opiniemaker en presentator. Tussendoor begon hij en passant ook nog even een podcastimperium en schrijft hij wekelijks een column voor de Volkskrant. Bezig bijtje dus, die Sander. En anders zien we hem wel op de socials voorbij komen, waar hij niet vies is van een provocatie op z’n tijd. Social media wekte dusdanig zijn interesse, dat hij besloot om er een programma over te maken: Sander versus de socials. Een VPRO-serie waarin de uitgesproken polemist op zoek gaat naar hoe we het maatschappelijke probleem dat speelt rondom social media kunnen tackelen. Hoe ondermijnt het gebruik van sociale media onze democratie en waarom doet niemand iets?

De 39-jarige vlotte, soms vileine en kersverse vader krijgt het vaak aan de stok met menig toetsenbordheld. Vooral de mensen die zijn Twitter-aura betreden, verlaten die vervolgens met een grote, donkere boze wolk boven hun hoofd.

“Je merkt dat je online overal mee weg komt, mensen niet meer snappen wat de vrijheid van meningsuiting is, ze denken dat je altijd alles maar mag zeggen, maar dat is niet zo.”

We nemen jullie even mee in onze tijdmachine, terug naar september 2013. De jonge gymnasiast uit Lochem besluit na zijn rechtenstudie en pizza-avontuur iets nieuws te doen. Hij zet een stap in de goede richting en start bij onze vrienden van Quote. Hier wordt hem aangeraden om Twitter (tegenwoordig X, red.) te gebruiken. Een medium waar meerdere opiniedelers naar discussie snakken en waar je jezelf in de kijker kan tweeten. Zo gezegd, zo gedaan. “Na een tijdje wordt het een leuk medium waar je toch wel interessante mensen op tegenkomt en leuke dingen kan delen”, vertelt Sander aan de telefoon.

Sander versus de socials
Foto: © Tonny Media / VPRO

Twitter

Het aantal volgers groeit, maar of het alleen maar fans zijn? Niet bepaald. Sander verschijnt vaak op tv en is in die tijd actief als hoofdredacteur van Quote. Twee rollen die los van elkaar al het nodige commentaar zou kunnen opleveren. Laat staan als je Sander Schimmelpenninck heet en niet terugdeinst voor confrontatie hier en daar. Toch beschouwt hij dit als een leuke tijd.

Voelde het niet stiekem gewoon als een sport?
Het was zeker een sport, ik heb er ook echt veel lol in gehad. Ik vind het gewoon heel grappig om mensen een beetje vilein op hun plek te zetten. Ik bedoel, ik kom van Quote. Mijn toon is natuurlijk studentikoos en af en toe een klein beetje gemeen. Dat hoort wel bij mij en ik vind dat ook prima, dat moet ook kunnen.

Jij bent ook niet vies van een beetje provoceren op z’n tijd of een discussie op Twitter. Ben jij door het maken van deze serie anders naar jouw eigen gedrag op social media gaan kijken?
Er is een lange traditie aan polemisten en dat vind ik helemaal leuk. Je moet jezelf blijven ontwikkelen, dus na een tijdje is ook dat wel klaar. Ik merk vooral zelf dat de lol afneemt. Dat heeft ook te maken met het feit dat het platform grimmiger wordt en extreem-rechts zo dominant is. Mijn persoonlijke levensfase is een grote factor, ik ben inmiddels wel klaar mee, met die rol. Het is ook gewoon dat ik minder tijd en energie heb omdat ik nu vader ben. Een soort van natuurlijk moment om daarmee te minderen. Iemand anders mag het gaan doen.

Foto: © Tonny Media / VPRO

De socials

De laatste vijf jaar is Twitter veranderd in een nare plek. Dit is dan ook de reden dat Sander het als een groot gevaar ziet. Zelf heeft hij geluk, want het gebruik van Twitter is een keuze en het belemmert zijn leven niet, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een politicus. De negativiteit stopt op het moment dat hij de app afsluit.

Jij hebt zelf ook met online haat te maken gehad. Wat is de ergste bedreiging die je hebt gehad?
Ik persoonlijk vind bedreigingen nooit zo erg. Dat besluit heb ik vooraf genomen en daardoor denk ik vaak ‘het valt allemaal wel mee, hoe serieus moet ik dit nemen?’ Ja ik heb wel eens wat vervelende dingen meegemaakt in de stad, maar ook bij een tankstation. Af en toe vertaalt de haat zich naar het echte leven en herken je opeens een quote van Twitter.

Als dit je niet echt raakt, wat vind je dan wel vervelend?
Waar ik veel meer moeite mee heb, zijn mensen die laster verspreiden, bijvoorbeeld dingen over mijn familie die gewoon verzonnen zijn. Ook vind ik verwijten over mijn integriteit lastig, ik zeg geen dingen omdat ik er voor betaald krijg en ik hoor ook niet bij een schimmige wereldelite. Persoonlijke aanvallen met leugens zijn het lastigst.

“Tegenstellingen en discussies zijn hun verdienmodel”

Wat voor aanvallen?
GeenStijl is hier een voorbeeld van. Zij hadden op een gegeven moment een heel artikel met alleen maar leugens over mij. Met een laffe disclaimer. Dat zijn zulke smerige dingen, net als beweringen op social media die gewoon verzonnen zijn. Toch blijven ze hangen. Dus ja, dat maakt mij boos. Want ik ben niet de enige die Schimmelpenninck heet, mijn familie heeft er ook last van.

Hoe zou de regelgeving omtrent online gedrag gevormd kunnen worden?
Het is al een hele stap dat er überhaupt regelgeving komt, dat was er een hele lange tijd niet. Het is ook duidelijk dat het vanuit Europa moet komen, want al die bedrijven zijn Amerikaans of Chinees. Amerika nam historisch gezien altijd het voortouw met het reguleren van nieuwe markten, maar doet dat nu vanwege hun trots niet. Het moest uit Europa komen en dat komt het nu ook, maar wel veel te laat.

Wat is de rol die techbedrijven hierin spelen?
We weten het allemaal wel, social media bedrijven zijn geïnteresseerd in geld. Eigenlijk buiten ze ‘fitties’ alleen maar uit. Tegenstellingen en discussies zijn hun verdienmodel. Ik wil me vooral focussen op de effecten in ons dagelijks leven en in de politiek voor onze democratie.

Wordt alles dat online komt dan zomaar geloofd?
Wat er op sociale media gebeurt, heeft effect op televisie, talkshows zijn bijvoorbeeld alleen maar twitter aan het kopiëren als het gaat om hun tafelsamenstelling. Maar ook de omgang van Tweede Kamerleden met elkaar, wordt beïnvloed door de socials. Je ziet dat politici bijna niet meer met elkaar praten omdat ze de Tweede Kamer zien als een soort YouTube-studio. Je ziet het ook in de manier van debatteren en argumenteren: de mores van sociale media worden de norm. De persoonlijke aanvallen en de jij-bakken, hypocrisie verwijten, polarisatie verwijten, dat zijn allemaal dingen die komen van sociale media en die maken het debat eigenlijk slechter, dommer.

“Baudet en Van De Plas zijn typische social media fenomenen”

Dus er wordt niet echt meer gefactcheckt?
Wat ook centraal staat is de valse balans. Mensen zijn heel erg geneigd om te doen alsof er twee gelijkwaardige kanten aan een verhaal zijn. Aan de ene kant een volslagen onbetrouwbare leugenachtige complotdenker en aan de andere kant een wetenschapper. ‘De waarheid zal wel ergens in het midden liggen, ze mogen beiden hun verhaal doen’, wordt er dan uitgekraamd. Nee, de een is gek en de ander niet, de waarheid ligt niet in het midden. Dat is typisch een dynamiek die voortkomt uit sociale media, dit is niet normaal. Daar komt bij dat we door social media een heel raar idee van de vrijheid van meningsuiting hebben gekregen, die was nooit absoluut en werd altijd begrensd door de wet.”

Foto: © Tonny Media / VPRO

Is het niet al te laat?
Ja, in sommige gevallen kan je zeggen dat het te laat is. Voorbeelden zijn de Brexit en de capitolbestorming, maar ook krankzinnige verkiezingsuitslagen met Thierry Baudet en de BBB die vanuit het niets de grootste werden. Baudet en Van De Plas zijn typische social media fenomenen.

Hoe kan toch alles online komen? Wat doen de moderators dan nog eigenlijk?
Die moderators houden zich niet zo bezig met misinformatie, maar echt met de gruwelijke shit, zoals kinderporno. Facebook en TikTok zijn megabedrijven. Ze bieden een platform aan, maar voor de rest bemoeien ze zich nergens mee. Dus de enige toegevoegde waarde is moderatie. Dat besteden ze dus helemaal uit aan allerlei schimmige bedrijven in Europa, maar gebeurt in een grote hal in Essen in Duitsland. Daar zitten allemaal mensen, vaak hele aardige kennismigranten uit Turkije en dat soort landen. Zij zitten daar echt de hele dag naar de meest afschuwelijke shit te kijken en moeten dat opruimen van het internet. Dat is eigenlijk het enige wat die bedrijven zouden moeten doen. Want de content wordt door de gebruikers gecreëerd. Maar zelfs dat besteden ze uit. Dus het zijn gewoon waardeloze, vieze kutbedrijven. Mooier kan ik het niet maken.

Ga je het twitteren niet enorm missen?
Nou ja, ik zit tegenwoordig in een hele leuke appgroep met allemaal mensen die, laat ik zeggen maatschappelijk geëngageerd zijn en daar worden heel veel grappen en memes in gestuurd. Eigenlijk zoals Twitter vroeger was. Sommige mannen hebben de neiging om veel voldoening te halen uit heel snel reageren. Heel snel ad rem reageren op niks. Met grapjes of… juist als eerste het grapje maken. Ik heb daar gewoon heel veel lol in. Gelukkig zijn er andere mensen in mijn omgeving die dat ook leuk vinden. Dus doen we dat gewoon met elkaar. Heb je geen trollen die opeens het gesprek kapen of allerlei idioten die er een soort politiek statement van maken. Dus ja, ik denk dat Twitter gewoon in die zin verpest is. Er zijn zoveel mensen die grappen niet snappen of niet willen snappen, dat de lol er gewoon van af is. Ja, jammer.”

Foto: © Tonny Media / VPRO

Sander versus de socials

In de serie duikt Sander volledig in het process dat de censuur en spreiding van desinformatie moet tegengaan. De Europese wetten die door het Parlement worden aangenomen, hoe ‘s werelds rijkste man hier fel op reageert en wat de gevolgen van gedupeerden zijn. In vier afleveringen worden deze maatschappelijke kwesties onder de loep genomen en gaat hij in gesprek met journalisten, moderators, filosofen, advocaten en trollenjagers.

Sander versus de socials is vanaf maandag 30 oktober, 21.10 uur, op VPRO, NPO 3 en NPO Start te zien.

Reageer op artikel:
Q&A met Sander Schimmelpenninck: “Ik ben wel klaar met provoceren op social media”
Sluiten