In Dragør, een slaperig Deens kustplaatsje vlak bij Kopenhagen, is de pleuris uitgebroken. Niet vanwege een politiek schandaal, rellen of een dolgedraaide haringvangst. Nee, een vier meter hoge zeemeermin met een indrukwekkende voorgevel moet weg. De reden? Te aanstootgevend. Of zoals sommige critici het noemen: "te veel porno".
Dit beeld, genaamd De Grote Zeemeermin, is het werk van kunstenaar Peter Bech, die zich ooit afvroeg waarom de wereldberoemde Kleine Zeemeermin in de Deense hoofdstad zo… klein is. Je kent 'm wel, dat iconische standbeeld waar toeristen zich massaal voor verdringen, om vervolgens licht teleurgesteld weg te wandelen. Dus Bech dacht: groter, ronder, opvallender. En zo geschiedde.
De Grote Zeemeermin
Met haar vier meter hoogte, imposante vormen en bloot bovenlijf is de Grote Zeemeermin inderdaad geen muurbloempje. Ze stond eerst in Kopenhagen, toen bij Fort Dragør, maar nu wil het Deense Agentschap voor Paleizen en Cultuur dat het beeld opzout. Officieel omdat het niet “past binnen het cultuurhistorische karakter van het fort”. Officieus? Omdat men het blijkbaar moeilijk heeft met het vrouwelijk lichaam in XXL-formaat.
Kunstcriticus Mathias Kryger stak onlangs het lont in het kruitvat door het beeld af te doen als "de ultieme mannenfantasie" en "niet vrouwvriendelijk". Alsof we anno 2025 niet met een paar blote borsten kunnen omgaan, zolang ze toevallig uit brons zijn gegoten.
'Lachwekkende commotie'
Bech zelf vindt de commotie lachwekkend: “De kop is groot, het lijf is groot, de staart is groot, natuurlijk zijn de borsten dat ook. Ze heeft gewoon normale proporties voor een beeld van deze schaal.” En eerlijk: hij heeft een punt. Het is niet alsof hij Pamela Anderson in visvorm heeft geboetseerd. Het is een zeemeermin.
Lokale horecaondernemer en fort-eigenaar Torben Bødtker is er klaar mee. Volgens hem is het beeld juist een hit: “Mensen komen speciaal naar Dragør om haar te zien. Ze is een publiekstrekker.” Maar blijkbaar zijn blije toeristen geen argument tegen ‘aanstootgevend bronzen borstbeeld’.
Andere plek?
De gemeente wil het beeld niet ergens anders in de stad herplaatsen, zelfs niet nu Bech het gratis aanbiedt en het transport zelf wil regelen. Gelukkig gloort er hoop aan de horizon: een politicus uit buurgemeente Tårnby wil haar wél adopteren. Met wat politieke ruggengraat krijgt de Grote Zeemeermin hopelijk snel weer haar welverdiende plek in de openbare ruimte.
Tot die tijd blijft de vraag hangen: wanneer is kunst gewoon kunst, en wanneer wordt het ineens porno? En waarom zijn het altijd borsten die die discussie moeten aanzwengelen?