Oké, het doet ons ook nog steeds pijn. Natuurlijk had niet Tottenham Hotspur, maar Ajax zaterdag in de Champions League-finale moeten staan. Ene Lucas Moura dacht daar helaas anders over… Anyway, laten we geen wonden openrijten. Spurs – Liverpool belooft natuurlijk gewoon een kraker van een finale te worden. Zelden hebben clubs zo’n moeite gehad die eindstrijd te bereiken. Wij blikken terug op die historische ‘road to the final’.
Vorig jaar strandde Tottenham nog in de achtste finale van de Champions League. Dat de formatie van trainer Mauricio Pochettino nu überhaupt zo ver zou komen, zag niemand aankomen in de poulefase. De ploeg uit Londen verloor namelijk hun eerste twee wedstrijden van Barcelona en Internazionale. En uit bij PSV werd het 2-2. The Spurs hadden dus een klein wonder nodig om tot de knock-outfase door te dringen. Na late zeges op PSV en Inter viel de beslissing op de laatste speeldag. Zelf speelde Tottenham gelijk bij het al geplaatste Barcelona. Inter mocht daardoor niet winnen van PSV. En dat gebeurde ook niet. Ook in Milaan een remise. Zowel Tottenham als Inter eindigde op acht punten, maar de Engelsen ging toch door dankzij een beter onderling resultaat.
De achtste finale was de enige ronde die The Spurs eenvoudig doorkwamen. Thuis werd het 3-0 tegen Borussia Dortmund. Uit won Tottenham met 0-1 dankzij Harry Kane. Daarna kwam de nu al beroemde kwartfinale tegen Manchester City. De heenwedstrijd in het gloednieuwe Tottenham Hotspur Stadium leverde niet al te veel spektakel op. Wel een 1-0 overwinning voor de thuisploeg door een goal van Heung-min Son.
Eigenlijk weten we niet waar we moeten beginnen om de return te beschrijven. Het werd misschien wel de mooiste Champions League-wedstrijd ooit. In de eerste elf minuten werd maar liefst twee keer gescoord door beide ploegen, een record. Daarbij zou het echter niet blijven. City liep uit naar een 4-2 voorsprong. Daarmee was de club uit Manchester halve finalist. Maar Tottenham toonde andermaal haar veerkracht. Een discutabel doelpunt van invaller Fernando Llorente (hij maakte mogelijk hands) brachten The Spurs weer richting de halve finale. City moest dus nog een keer scoren. Diep in blessuretijd slaagde The Citizens daar ook in. Het stadion ontplofte. Even later dompelde de arbitrage de fans in rouw toen bleek dat Sergio Agüero buitenspel stond. En zo plaatste Tottenham zich alsnog voor de halve finale. En laten we dáár maar geen woorden meer aan vuil maken…
Ook Liverpool kroop in de groepsfase door het oog van de naald. De Champions League-finalist van vorig seizoen zat in een lastige poule met Paris Saint-Germain, Napoli en Rode Ster Belgrado. The Reds verloren in de Premier League slechts één keer, maar in de groep van het miljardenbal ging de ploeg van Jürgen Klopp drie maal onderuit. Dat gebeurde tegen alle drie de tegenstanders. In de laatste poulewedstrijd moest Liverpool daarom van Napoli winnen om als tweede te eindigen achter PSG. Op Anfield werd het een uiterst moeizame avond voor Liverpool. Wie anders dan Mo Salah maakte in de eerste helft de 1-0, wat ook de eindstand betekende. Zo bleef Liverpool in de race voor de tweede finale op rij.
Wat een heerlijk affiche was het in de achtste finale: Liverpool – Bayern München. Twee klassieke Europese grootmachten. Op Anfield scoorden beide ploegen niet. De beslissing viel in Zuid-Duitsland. Bayern werd goed op de pijnbank gelegd: 1-3. Sadio Mané nam twee treffers voor zijn rekening. De andere kwam van het hoofd van Virgil van Dijk. In de kwartfinale was de aanvoerder van het Nederlands Elftal wederom succesvol met een rake kopbal. Overigens won Liverpool over twee duels vrij eenvoudig van FC Porto met 2-0 en 1-4.
Over fijne affiches gesproken; in de halve finales kruiste Liverpool de degens met Barcelona. Allebei goed voor vijf eindzeges in de Europa Cup 1/Champions League. In het eerste duel in Camp Nou toonde Lionel Messi weer eens zijn klasse. Hij maakte twee doelpunten, waarvan de tweede (een magnifieke vrije trap) de hele wereld overging. Ook Luis Suarez scoorde nog een keer, waardoor Barcelona met een 3-0 voorsprong naar Liverpool afreisde. Rijk rekenen zal Barca zich nog niet hebben gedaan, want vorig jaar vloog het tegen AS Roma uit het toernooi ondanks een 4-1 thuiszege.
Het werd op Anfield wederom een historische Champions League-avond . In de wetenschap dat Liverpool minimaal vier goals moest maken, ging het furieus van start. De vervanger van Roberto Firmino, Divock Origi, was de man die de ban al na zeven minuten brak. Genoeg tijd dus voor nog drie goals. Twee daarvan vielen kort achter elkaar met als afmaker uitblinker Georgino Wijnaldum. Nog eentje! De 4-0 was een doelpunt waar nog lang over nagepraat werd. Barcelona stond totaal niet op de letten bij een corner. Trent Alexander-Arnold dacht ‘ik neem ‘m gewoon’. Origi kreeg de bal plots voor zijn voeten, en tikte op kundige wijze de zeer belangrijke 4-0 binnen. Barca wéér uitgeschakeld met drie doelpunten voorsprong en Liverpool wéér naar de finale.
Als die finale maar een vleugje spektakel heeft van deze Champions League belooft het een heerlijke avond te worden in Madrid.