Mesut Özil, de voormalige wereldster van Arsenal en Real Madrid, heeft zijn voetbalschoenen al een tijdje opgeborgen en nu ingeruild voor iets waar hij op het veld altijd al goed in was: strategie en inzicht. Maar deze keer niet op het gras, maar in de politieke arena. De 35-jarige ex-middenvelder heeft een plek bemachtigd in het Centraal Besluit- en Uitvoerend Comité van de Turkse regeringspartij AKP, onder leiding van niemand minder dan president Recep Tayyip Erdoğan. En ja, dat is dezelfde Erdoğan die ooit getuige was op Özil zijn bruiloft.
Voor velen komt deze stap misschien als een verrassing, maar wie Özil zijn loopbaan een beetje heeft gevolgd, weet dat hij al langer warme banden onderhoudt met de Turkse regering. In 2018 zorgde een foto van hem en Erdoğan samen voor veel opschudding in Duitsland, wat uiteindelijk leidde tot zijn afscheid van de Duitse nationale ploeg. Hij voelde zich niet langer welkom en trok zijn conclusies. Nu, jaren later, bewijst hij dat zijn loyaliteit aan Turkije geen tijdelijk statement was.
Zijn toetreding tot de AKP betekent dat hij zich nu bezighoudt met beleid in plaats van balbehandeling. Wat zijn precieze rol wordt, is nog niet helemaal duidelijk, maar insiders speculeren dat hij zich mogelijk gaat richten op sportbeleid, jongerenparticipatie of internationale betrekkingen.
Dat voetballers na hun carrière een andere kant op gaan, is niets nieuws. Van ambassadeurs rollen tot tv-analisten, de mogelijkheden zijn eindeloos. Maar de politiek is een ander beest. Toch is Özil niet de eerste atleet die deze route kiest. Denk bijvoorbeeld aan George Weah, de voormalige Ballon d'Or-winnaar die president van Liberia werd. Of Imran Khan, de Pakistaanse cricket legende die het schopte tot premier. En dan hebben we nog Romario, de Braziliaanse spits die senator werd, en Andriy Shevchenko, de Oekraïense legende die zich verkiesbaar stelde in zijn thuisland.
Ook in Frankrijk hebben we een voorbeeld: Jean-Marc Bosman, de man die het Europese voetbal veranderde met de 'Bosman-arrest' uitspraak, heeft zich later ook ingezet voor sportgerelateerde politiek. Daarnaast stapte Kakha Kaladze, voormalig AC Milan-verdediger, de Georgische politiek in en schopte het zelfs tot burgemeester van Tbilisi.
Wat kunnen we verwachten van Özil als politicus? Gaat hij de wereld van de sport hervormen? Wordt hij een bruggenbouwer tussen Europa en Turkije? Of is hij slechts een boegbeeld zonder echte politieke macht? Feit is dat hij zich in een compleet nieuwe competitie begeeft, waarin tackles harder aankomen en gele kaarten een heel andere betekenis hebben.
Voor zijn fans blijft het afwachten hoe hij zich staande houdt in deze nieuwe rol. Maar als er één ding zeker is, dan is het dat Özil nooit bang is geweest om risico's te nemen. Van Gelsenkirchen tot Madrid, van Londen tot Istanbul, en nu van het voetbalveld naar het politieke podium zijn reis is nog lang niet voorbij.