September, de maand die nog héél lang gelinkt blijft aan de aanslagen op de Twin Towers. Het is alweer zeventien jaar geleden. Toch zijn er onlangs nog nieuwe beelden verschenen van de aanslag. Inmiddels staat op de plek waar het zich afspeelde een nieuw World Trade Center. In Irak en Afghanistan zijn we nog steeds niet veel opgeschoten en George W. Bush telt het geld dat hij verdiende aan de plek des onheils.
Weet jij nog waar je was tijdens de aanslagen op het World Trade Center van New York? Waarschijnlijk wel. Zoals onze ouders nog wisten waar ze waren toen de populaire Amerikaanse president John F. Kennedy een kogel in zijn snoet kreeg, zo weten wij dat van die fatale 11 september, nu zeventien jaar geleden.
Ja, dat was schrikken. Bij het eerste vliegtuig was de kans nog aanwezig dat het om een raar ongeluk ging, maar een dik kwartier later, toen een tweede vliegtuig zich in de zuidelijke toren boorde, was het duidelijk: dit was opzet. Om 15.03 uur Nederlandse tijd op dinsdag 11 september 2001 zou de wereld voor altijd veranderen.
De toenmalige Amerikaanse president George W. Bush was op het moment van de aanslagen een verhaaltje aan het voorlezen aan kindertjes op een school in Florida. Een van zijn veiligheidsmensen fluisterde hem in dat zijn land onder vuur lag en je zag hem twijfelen: wat te doen? Hij besloot het verhaal uit te lezen. Ondertussen was het op Ground Zero een slagveld dat zijn weerga niet kent. Politieagenten, brandweermannen en ambulancepersoneel buitelden over elkaar heen, mensen sprongen naar beneden van de hoogste verdiepingen omdat het hun letterlijk te heet onder de voeten werd en de hele wereld keek toe. Behalve Bush dus, want die was aan het voorlezen. En hij was nog niet aangekomen bij 'eind goed, al goed'.
Terwijl de NYPD al zijn agenten evacueerde uit de gebouwen, bleven de brandweercommandanten hun jongens naar binnen sturen. Achteraf bleek dat hun radiosystemen niet compatibel waren en de brandweer de evacuatieoproep van de politie nooit gehoord heeft. Sorry, mister president, no happy ending.
Ook al zijn de instortende Twin Towers van het World Trade Center hét symbool geworden van de aanslagen op 9/11, er zijn die dag vier vliegtuigen gekaapt door in totaal negentien kapers. Om 8.46 uur plaatselijke tijd boorde American Airlines vlucht 11 zich in de noordelijke toren. Kort daarna, om 9.03 uur, vloog United Airlines vlucht 175 in de zuidelijke toren. Het derde vliegtuig (American Airlines 77) crashte in het Pentagon om 9.37 uur en tot slot stortte om 10.03 uur United Airlines vlucht 93 neer bij Shanksville, Pennsylvnia. De passagiers waren dapper in opstand gekomen, maar wisten het vliegtuig niet te redden. Wel voorkwamen ze dat de terroristen hun doel het Capitool (het Binnenhof van de Verenigde Staten, zeg maar) wisten te raken.
De negentien terroristen, allen omgekomen wisten in totaal 2974 mensen mee de dood in te slepen: 246 in de vliegtuigen, 2605 in New York (in de torens en op de grond) en 125 bij het Pentagon. Onder de doden waren 341 brandweermannen, 50 agenten en 10 ambulancebroeders en andere hulpverleners. In het Pentagon, waar het Ministerie van Defensie zetelt, vonden 55 militairen de dood, de rest van de dodelijke slachtoffers was burger. In 2007 stierf nog één persoon: Felicia Dunn-Jones, door longproblemen die ze door het vele stof had opgelopen. De ernstig gewonden en psychisch verminkten zijn in deze getallen nog niet eens meegenomen...
"Beoordeel of het genoeg is om Sadam Hoessein aan te vallen"
Een onzichtbare vijand uit een deel van de wereld waar geen Amerikaan van gehoord had, had het op hen voorzien: dat vroeg om wraak van de Amerikaanse Arend. Maar waar te beginnen? Minister van Defensie Donald Rumsfeld instrueerde om halfdrie in de middag van dezelfde 11 september zijn staf om te kijken of Irak aan deze aanslagen te linken was. Een van zijn functionarissen heeft de aantekening die hij maakte openbaar gemaakt. Rumsfelds woorden waren: 'De beste informatie zsm. Beoordeel of het genoeg is om S.H. (Saddam Hoessein; red.) aan te vallen - niet alleen UBL (Usama/Osama Bin Laden; red.).’ Enkele dagen later stond Bush op de smeulende hopen van het World Trade Center de woedende Amerikanen toe te spreken: ‘We sporen ze op en we roken ze uit hun holen.' Want Osama mag zich graag schuilhouden in grotten.
Dat opsporen begon ietwat raar. Ook al lag het civiele vliegverkeer stil, op 13 september stegen vier vliegtuigen op. De passagiers: Saoedi's, onder wie 22 familieleden van Osama Bin Laden. Oud-FBI-agent Jack Cloonan, toen werkzaam op de Al Qaida Taskforce , vertelt in de film Fahrenheit 9/11 : ‘We hebben in de maanden na de aanslagen honderden mensen met een Arabisch uiterlijk uit vliegtuigen geplukt en ondervraagd. Maar déze mensen, familie van de hoofdverdachte, zijn met hulp van de overheid twee dagen na de aanslagen het land uit geholpen. Ik wil niets suggereren, maar normaal gesproken worden familieleden van een verdachte echt wel even verhoord. Die móéten natuurlijk gewoon on the record.’
De ambassadeur van Saoedi-Arabië bevestigde dit verhaal bij Larry King Live , overigens zonder namen te noemen. 'Met hulp van de FBI zijn mijn landgenoten Amerika uit geholpen. Dit om eventuele wraakacties tegen hen te voorkomen.’ Michael Moore stelt in zijn film Fahrenheit 9/11: ‘Het is bijzonder dat de FBI de regering de maand ervoor nog waarschuwde dat Bin Laden met behulp van vliegtuigen een aanslag binnen de VS wilde plegen en dat daar niets mee is gedaan. Maar als er Saoedische prominenten geholpen moeten worden, wordt de FBI ingeschakeld.’ Condoleezza Rice, toen veiligheidsadviseur, later minister van Buitenlandse Zaken, verdedigde de lakse houding van de regering als volgt: ‘Het rapport van de FBI had een titel als Bin Laden wil VS aanvallen met vliegtuigen of iets dergelijks. Het was heel onduidelijk.’ Net een cryptogram, ja.
Je zou misschien denken dat oorlog draait om landjepik, religie, nationalisme of misschien wel wraak, maar oorlogvoeren blijkt voor een kleine groep mensen ook lucratief te zijn. Bush had al grote fouten gemaakt in het bewaken van ‘zijn’ land tegen gevaar, maar hij had ook veel te verbergen. In een rapport over 9/11 heeft hij eigenhandig 28 pagina’s gecensureerd. Want wat boven water kwam, na die Saoedi’s die het land uit mochten, is dat de familie Bush en de familie Bin Laden in hetzelfde private-equity-fund zaten. En dat was de Carlyle Group. Carlyle investeert over de hele wereld en altijd op door overheden gereguleerde terreinen zoals telecommunicatie (ook in Nederland: destijds 47 procent in Casema), infrastructuur en de wapenindustrie (United Defense, bouwer van onder andere de Bradley-tanks). Zes weken na 9/11 ging Carlyle naar de beurs om, mede dankzij United Defense, een topjaar tegemoet te gaan. Uiteindelijk werden de Bin Ladens verzocht uit Carlyle te stappen, daar ze het bedrijf in verlegenheid brachten. Vader Bush (ja, die al eerder in oorlog was met Irak) bleef aan als adviseur voor Azië, vanwege zijn goede relaties met rijke Saoedi's.
En dan heb je nog Halliburton, het bedrijf waar vice-president Dick Cheney CEO van was en altijd financiële belangen bij heeft gehad. Het is goed met olie en energie en werkt nauw samen met de Carlyle Group. Halliburton zou veel en vaak in opspraak komen tijdens de Irak-oorlog. Vele miljarden van de Amerikaanse belastingbetaler stroomden in de vorm van contracten (zonder concurrentie of een open aanbesteding) naar dit bedrijf.
Op 7 oktober 2001, nog geen maand na de aanslagen, zaten de Amerikanen al in Afghanistan en in december meldde de NAVO zich daar en werd ISAF gevormd. De Taliban werden uit het machtscentrum verdreven en er werd stevig jacht gemaakt op Al Qaida-kopstukken. Nog redelijk te begrijpen ook, want de Taliban zouden Al Qaida te gast hebben.
Maar dan wordt het 2003 en de geruchten dat de VS Irak willen binnenvallen worden steeds serieuzer. Het olierijke maar o zo arme land, geleid door een gehate en gekke dictator, zou een gevaar zijn voor de wereld. Of zo. Boze tongen beweren dat Bush Irak hoe dan ook wil aanvallen. Saddam heeft veel olie en een potje oorlogvoeren is best goed voor de portemonnee van de familie en vrienden van George W. Bush en zijn pa. Er moet alleen nog een excuus gevonden worden.
En wie zoekt, die 'vindt'. Niet dat het ook maar iets met de aanslagen of internationaal terrorisme te maken heeft, maar als je toch bezig bent kun je net zo goed doorgaan, niet? En dus houdt minister van BuZa Colin Powel de wereld voor dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens in mobiele units heeft verstopt en dat ze daarom nauwelijks te zien zijn. Lariekoek met dikke stroop natuurlijk. Wapenvorsers in Irak plaatsen op z’n zachtst gezegd vraagtekens, maar Brits premier Tony Blair doet mee en ook ons naïeve Pottertie Balkenende en CDA-vriendje Japie de Hoop Scheffer gaan erin met boter en al: Nederland steunt de oorlog. Ook al heeft Irak geen NAVO-lidstaat aangevallen en is het hoogst onwaarschijnlijk dat Saddam een gevaar voor de wereldvrede vormt. Kortom: er is geen enkele ‘legale' grond om Irak te bezetten, maar wij doen lekker mee. En Japie de Hoop? Die wordt al snel de grote baas van de NAVO.
Inderdaad. Laten we het even op een rijtje zetten. Een extremistische groepering, zonder vaste woon- of verblijfplaats, met vooral leden uit Saoedi-Arabië, pleegt op 11 september 2001 een ongekende aanslag in de Verenigde Staten die 2974 mensenlevens eist. Vervolgens wordt eerst Afghanistan aangevallen (enigszins te billijken) en dan Irak (dat er niets mee te maken heeft) en zijn er sinds 2003 tientallen landen betrokken bij de bezetting. Van Groot-Brittannië, Australië en Nederland tot Kazachstan, Tonga en IJsland (met twee militairen). Volgen we het nog?
In de film Fahrenheit 9/11 van branieschopper Moore komen we opnames tegen van een congres voor investeerders, als Irak net is aangevallen. Het credo daar: 'Investeer mensen! Stap nu in! Als die olie eenmaal gaat stromen gaan jullie héél veel geld verdienen.' Wat dit nog met de aanslagen op die droeve septemberdag te maken heeft kan eigenlijk niemand zeggen. Wat we wel kunnen zeggen is dat operatie Iraqi Freedom duizenden dodelijke slachtoffers bij de 'coalitielanden' heeft geëist, onder wie meerdere Nederlandse militairen. Er zijn duizenden Amerikanen omgekomen en vergeet de ruim 30.000 gewonden niet. Het aantal Iraakse burgers dat door geweld is omgekomen sinds 2003 wordt door de meeste instanties geschat op meer dan 100.000. Sommigen tellen er echter 650.000 en anderen passeren zelfs het miljoen. Moeilijk te zeggen wat juist is, maar één ding is zeker: de Iraakse Vrijheid is geen feestelijke aangelegenheid.
Tja. Saddam en Al Qaida hadden dus geen band en dat was allang duidelijk. Maar nu de dictator opgeknoopt is en Irak in puin ligt, heeft Al Qaida er wél voet aan de grond gekregen. Samen met de rest van de terroristenkliek die vecht om een stukje van de taart Irak, waar ruim vijfduizend jaar geleden de menselijke beschaving begon in tweestromenland Mesopotamië.
Wat dus aanvankelijk een organisatie is met vertakkingen wereldwijd en een hypermodern commandocentrum in Tora-Bora, blijkt al snel een cellennetwerk met een paar grotten tussen Pakistan en Afghanistan. Natuurlijk voerden de Taliban een middeleeuws, verwerpelijk bewind en natuurlijk zat het er dik in dat ze Osama onderdak boden. Maar er was nog een reden waarom we met z'n allen naar Afghanistan moesten. Er moest een gaspijplijn komen vanaf de Kaspische Zee, dóór Pakistan en Afghanistan.
In 1997 bezochten de Taliban de staat Texas voor onderhandelingen over olie met Unocal, een oliebedrijf waar een goede vriend van George W. (ze zijn samen oneervol ontslagen als luchtmacht reservisten en dat schept een band) in de directie zat. Bush was in die tijd de gouverneur van Texas. De deal ketste af, maar toen de hele wereld ineens op de stoep stond in Afghanistan kwam de pijplijn er wel, en heel snel. En die werd aangelegd door, jawel, Halliburton.
En zo werd ook voor ons Nederlanders de zoektocht naar de inmiddels gedode Osama Bin Laden al snel een strijd tegen de Taliban en voor de hervorming van de Afghaanse staat. De hearts and minds winnen van de mensen in Uruzgan werd de prioriteit van de Nederlandse militairen die in de gevaarlijke provincie gestationeerd werden. ‘Bouwen waar we kunnen, vechten waar we moeten’ werd het devies. En laten we wel wezen: voor onze jongens en meiden die daar dagelijks de poort uit gingen om de boel een beetje veiliger te maken en te helpen met opbouwen of op supergeheime missies gingen, hebben we het diepste respect. Voor elke soldaat die daar om het leven kwam, de gewonden, hun maatjes en hun families: niets dan hulde.
We hebben het dan nog niet eens gehad over de zwaarte van hun werk en de opdrachtgever die het nooit eens was met zichzelf, namelijk de Nederlandse politiek: ‘We gaan erin!’ ‘Nee, we gaan eruit!’ ‘Weet je wat, we doen een beetje mee.’ Er werd constant van alles geroepen.
Hoe dan ook, we zijn nu al een paar jaar uit Uruzgan. Toen we daar onze koffers pakten kregen we de groeten mee van de Taliban. In een exclusief interview met de Volkskrant in 2010 zei de officiële Talibanwoordvoerder Qari Yusuf Ahmadii: ‘Wij willen de burgers en regering van Nederland van harte gelukwensen met hun moed om deze onafhanklijke beslissing te maken’. Hij vervolgt: ‘De PvdA heeft een van de belangrijkste beslissingen ooit gemaakt voor de Nederlandse regering en haar burgers. Wij herinneren ons de dag goed dat het Nederlandse kabinet viel. Wij volgen al het nieuws over Afghanistan continu via nationale en internationale media. Dat is eenvoudig, want wij hebben toegang tot internet en moderne technologie, net zoals u.’ En bedankt. Kort gezegd zei de Talibanwoordvoerder toen ‘de mazzel!’
"Ik denk niet meer zo veel aan Osama Bin Laden" - George W. Bush
En waar is het nou allemaal om begonnen? Wraak toch? We gingen de terroristen die de hele wereld bedreigden terugpakken en uit hun holen roken. Helaas, Irak is een nu zeventien jaar later nog steeds een onrustig en onveilige staat. Al Qaida was niet zo machtig als gedacht, maar meer een ongrijpbaar netwerk van losse cellen. Osama is inmiddels al een paar jaar een dode knakker. Toch keek Bush na zijn invasie in Afghanistan en Irak niet meer zoveel naar hem op. Enkele jaren voordat Bin Laden onder Obama’s bewind is gedood zei Bush nog tegen een journalist: ‘Ik weet niet waar hij is. Weet je, ik denk niet meer zo veel aan hem.’ Daarmee was Osama voor hem opgelost. Obama trad aan, toen Trump en in Amerika is er nu nog één iemand die net zo lief vergeet wat er zeventien jaar geleden gebeurde: de toenmalige president. Tja, Bush en de zijnen zijn er beslist niet slechter van geworden. Daar kunnen de slachtoffers van de aanslagen en gesneuvelde militairen het mee doen.
Tekst:Sander Kersten Bewerking: Coen Grutters