Angola gaat 12 miljoen betalen voor oefenwedstrijd tegen Argentinië

Het Afrikaanse land wil 50 jaar onafhankelijkheid goed vieren, dus het Argentijnse elftal gaat op 14 november afreizen naar Afrika voor deze ontmoeting. Normaal gesproken betaal je je scheel aan zaalhuur, tickets, eten en vervoer, maar 12 miljoen? Dat haalt ongeveer het niveau van de transfersom van Sem Steijn naar Feyenoord.

Simpel, ze willen prestige. In de voetbalwereld draait alles om status, aandacht en het aantrekken van showpieces. Als je Messi laat invliegen, dan ben je ineens relevant op alle sportnieuwspagina’s, in elk gesprek op sociale media, en heb je camera’s van over de hele wereld naar Angola gericht. Het is een slimme PR-move, want je zet jezelf op de kaart en scoort media-aandacht. Maar om hier nou 12 miljoen euro voor te betalen, is ook wel een beetje teveel van het goede.

De meningen zijn verdeeld. Critici vragen zich af of dat geld niet beter uitgegeven had kunnen worden aan infrastructuur, jeugdopleidingen of betere faciliteiten. Want ja, als je 12 miljoen uitgeeft aan één wedstrijd, wat blijft er dan over voor de rest van het systeem?

Als dit soort deals vaker doorgaan, wordt voetbalinterlands kijken echt een new luxury experience. Want zeg nou zelf, wie wil zich nog laten verrassen met het b-team van Burkina Faso als je ook Messi & co kunt zien? Wie weet ontstaat er een trend dat andere landen ook bizarre bedragen neerleggen. Dan zitten we straks in een wereld waarin interlands net zo spectaculair zijn als Champions League-finales.