‘Laat alles vallen en pak je ballen’ en andere wijze lessen van Berend van Doorn

De relatief jonge Berend van Doorn is een bescheiden vent en heeft een gaatje gevonden in zijn volle agenda. Gelukkig zijn de nachtdiensten weer even passé en leeft hij niet meer volgens de biologische klok van een hamster, tijd voor een belletje dus. Nou horen we je denken, wie is Berend ook alweer? Hij lanceerde een jaar geleden Het Ballenalarm en bracht vorige week zijn eerste boek, Blessuretijd, uit. Met zijn geneeskunde diploma op zak, loopt Berend al een tijdje rond in het ziekenhuis, op dit moment is hij druk bezig met een plekje veroveren binnen de populaire wereld van de chirurgie. 

Berend! Gezien jouw boek over de zorg, lijkt het alsof jij nogal een hart voor de zaak hebt. Vertel, waar komt deze passie vandaan?
Van jongs af aan vond ik het eigenlijk al vrij interessant. Ik had een klasgenootje met te weinig bloedplaatjes, als hij tijdens een potje voetbal onderuitging, bleef hij bloeden. Dat soort verhalen boeiden mij enorm. Daarnaast vond ik ook gewoon een hoop dingen niet zo interessant, geneeskunde was dus een logische keuze.

Oké, de keuze voor geneeskunde lijkt me duidelijk. Maar vanwaar het voetbal aspect in het boek? Stiekem een droom om profvoetballer te worden?
Dat mocht ik willen joh, ik weet nog dat ik een keer hard heb gehuild toen ik niet bij de selectie van de D2 kwam. Zegt eigenlijk genoeg. Maar daar komt het niet vandaan, ik vind voetbal een mooie metafoor voor de samenleving. Je hebt een hiërarchie, blessures, transfers, emoties bij degradatie en natuurlijk enorme prestaties.

Emoties, ben je daar goed in?
Emoties zijn wel wat het vak zo mooi maakt, niet dat ik graag iemand zie huilen, helemaal niet! Maar je kan er op zo’n moment wel echt voor iemand zijn, als dokter ga je even op iemands bed zitten, leg je een arm op een knie en kan je ook eerlijk zeggen dat het gewoon echt helemaal kut is.

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Berend van Doorn (@berendvandoorn)

Terug naar je boek, hoe kwam het tot stand?
Ik schreef stukjes voor een medisch tijdschrift en ook weleens wat voor de krant. Marijn Houwert, chirurg en ook een beetje mijn voorbeeld, kwam met het idee onze verhalen te bundelen. Ik schrijf over mijn perceptie als jonge arts, hij loopt er al wat langer rond, op deze manier konden we een hoop leren van elkaar. Nergens lopen zoveel verschillende mensen en verhalen door elkaar als in het ziekenhuis, op het station en in het stadion. Deze verhalen hebben we gebundeld.

Je maakt natuurlijk heel veel mee, maar welk verhaal heeft de meeste indruk op je gemaakt?
Tijdens mijn aller eerste nachtdienst kwam er een man binnen met een redelijk gevuld medisch dossier, ik moest hem de boodschap brengen dat we hem niet konden opereren, maar dat de kans dat hij het overleefde ook vrij klein was. We bouwden een leuke band op en ik liep regelmatig even langs hem. Ik had het verhaal al langer opgeschreven, de dag dat ik hem belde of ik het mocht publiceren, werd hij weer binnen gebracht. Nog zieker en nog meer complicaties, gelukkig knapte hij na een tijdje op en kunnen we het verhaal samen navertellen. Ook heb ik een keer een tekst geschreven over dat de overdracht, hij mag wat mij betreft namelijk wel een half uurtje later beginnen, dat heeft ook flink wat stof doen opwaaien.

Wat een ziek toeval. Naast al die mooie dingen, maak je vast ook een hoop frustrerende dingen mee. Maakt het je boos als je iemand probeert op te lappen en hij vervolgens buiten een peuk opsteekt?
Heel eerlijk, nee. Een tijdje terug behandelde ik iemand in een heel intensief traject. Lang verhaal kort, zijn aderen moesten meer bloed doorlaten. Vervolgens zat hij met het infuus nog in zijn arm beneden een sigaret te roken, hele behandeling voor niks. Als je dan naast iemand gaat zitten en vraagt waarom hij zoiets doet, heeft iedereen eigenlijk een goed verhaal of een dichtgetimmerd antwoord. Wat mij pas echt boos maakt is de tabaksindustrie die die mensen zo verslaafd heeft gemaakt.

Jij schrijft trouwens verdomde lekker. De omschrijving van een patiënt in de trant van een ‘ras-Amsterdamse tongval en een matig stel bloedvaten’, vind ik hier een mooi voorbeeld van. Waar heb je dat geleerd? 
Ik vind het altijd leuk om een beetje te spelen en mooie zinnen te maken. Maar eigenlijk ben ik nog altijd een beetje aan het proberen en kijken wat werkt.

Jij bent natuurlijk al langer bezig met levens redden. Vorig jaar heb jij het Ballenalarm in het leven geroepen. Vertel!
Toen ik net begon met mijn coschappen, kwamen er een aantal vrienden met losse vragen dan wel zorgen over hun ballen. In die tijd was er ook net in het nieuws dat ze het luchtalarm wilde afschaffen, dankzij een hele rare hersenkronkel heb ik toen het Ballenalarm bedacht en met wat hulp uitgerold tot deze campagne. Alle acteurs uit het filmpje hebben trouwens zelf ook teelbalkanker gehad. Eind vorig jaar was er een stijging van 30% in de diagnoses van teelbalkanker. Keihard aantonen dat dat dankzij het Ballenalarm komt, kan natuurlijk niet, maar het is wel voor de hand liggend.

Blessuretijd ligt vanaf nu in de winkels, perfect voor in de schoen of onder de boom!

Reageer op artikel:
‘Laat alles vallen en pak je ballen’ en andere wijze lessen van Berend van Doorn
Sluiten