Thijs Zonneveld: “Amateurwielrenners zijn asociale klootzakken”

Het moest afgelopen jaar het jaar worden van Mathieu van der Poel, maar corona gooide roet in het eten. Zo ook bij wielrenjournalist Thijs Zonneveld. Koersen werden geannuleerd, veldritten gingen niet meer door. Het zag er niet zonnig uit voor de renners. Maar met een vertraging van een klein half jaar begon het seizoen van de zomer opnieuw. In honderd dagen werd een duivels programma van drie grote rondes, klassiekers, monumenten en kampioenschappen afgewerkt. Dit alles is opgetekend in het nieuwste boek van Thijs Zonneveld: ‘Altijd koers, wielerverhalen uit het coronajaar’. We spraken Thijs om het te hebben over dit bijzondere jaar, wielrennen met een fietsbel en waarom het de sport van de hoop is.

Je boek Altijd Koers is uit. Gefeliciteerd! Zou je afgelopen wielerjaar omschrijven als een topjaar of een schijtjaar?
Thanks! Ja, het was qua koers zelf misschien wel een van de beste jaren die ik gezien heb. Misschien wel het beste jaar. Dat was heel gek en had ik niet verwacht. Ik dacht dat er onwijs veel problemen zouden komen rondom besmettingen. Die zijn er heus wel geweest, in de Giro d’Italia bijvoorbeeld. Maar overall als je naar het hele seizoen kijkt waren er zoveel wedstrijden echt spectaculair. Er hebben zoveel mensen met veel plezier naar wielrennen gekeken. Ik kan mij niet herinneren dat dat in recente jaren zo massaal werd beleefd. De renners vlogen er elke week in alsof het hun laatste koers was. Al met al een heel gek wielerjaar.

Wat was de mooiste wedstrijd in het afgelopen jaar?
De ronde van Vlaanderen, omdat ik het duel tussen Mathieu van der Poel en Wout van Aert mooi vind. Elke grote sport is gebaat bij duels en we kunnen alle duels in de grote sporten wel voor de geest halen, maar dit duel tussen deze twee renners al jaren bezig. Ze rijden het hele jaar door tegen elkaar. Bij van der Poel en van Aert lijkt het wel alsof ze elkaars schaduw zijn. De renners zijn bijna identiek aan elkaar, het enige verschil is dat de ene net over ene kant van de grens komt en de andere van de andere kant van de grens. Ze zijn zo sterk, ook in hun hoofd, dat er geen een echt de overhand krijgt. Bij de ronde van Vlaanderen kwam dat perfect eruit. We gaan nog duizend van dat soort duels krijgen.

“Ik wil voorkomen dat ik uit een ivoren torentje ga roepen hoe het allemaal beter moet”

Wat is er zo mooi aan de sport wielrennen?
Voor mij gaat de sport om verhalen en dat we leven bij de gratie om te lezen over die verhalen over de sport. We zijn eigenlijk alleen maar bezig met de uitslag, wie er wint en wie verliest, maar uiteindelijk draait het daar helemaal niet om. Het gaat om het verhaal dat daarachter zit. Voor mij persoonlijk vind ik het zo mooi dat de verhalen voor het oprapen zijn, elke dag weer. Omdat het zo’n extreme sport is met zoveel renners, waarvan er maar eentje wint. Dat mis ik soms wel eens bij andere sporten. Bij voetbal gaat het meestal alleen om het resultaat, bij schaatsen zijn er maar een paar die hetzelfde rondje rijden. Maar bij wielrenners is het altijd wat anders. De gelaagdheid van de sport leent zich gewoon heel erg om er verhalen over te vertellen.

Was je in je jeugd al bezig met wielrennen?
Ik voetbalde vooral, ben pas op latere leeftijd gaan wielrennen. Ik volgde het wel altijd. Mijn vader was ook wielrenner, die reed ook echt wedstrijden. Ik ben er echt vroeg mee in aanraking gekomen. Bij ons stond altijd de tv aan, we keken alle klassiekers. De tour en alle grote rondes. Maar heb pas relatief laat besloten om te gaan koersen. Kwam ook voor een deel omdat ik voetbal erg leuk vond en dacht dat ik het verder kon schoppen als voetballer. Ontzettend naïef als ik daar nu aan terugdenk.

Fiets je nog steeds veel?
Ik vind het zelf heel belangrijk feeling te blijven houden met de sport. Daarmee wil ik voorkomen dat ik als een soort columnist uit een ivoren torentje ga roepen hoe het allemaal beter moet. Ik probeer echt op een niveau te blijven, voor zover mogelijk, dat ik nog kan meetrainen met die jongens. Om het te blijven voelen. Op de hoogte blijven wat er verandert in de sport en om het te begrijpen, maar ik ben nu 40. Ik kan dat niet blijven volhouden, maar dat doe ik net zo goed bij andere sporten. Bij de vorige Olympische Spelen heb ik ook meegetraind met allerlei sporters. Ik geloof heel erg dat wanneer je het zelf voelt en beleeft dat je het zelf beter kan verwoorden.

De wielrenners hebben niet zo’n heel sterk imago als verkeersdeelnemer. Hoe komt dat denk je?
Je doelt op het feit dat we eigenlijk zulke asociale klootzakken zijn. Dat is voor een deel omdat een grote groep ook zulke klootzakken zijn. Om even de hand in eigen boezem te stoppen, ik wacht ook niet altijd voor een rood licht als ik haast heb. Omdat je als wielrenner toch het gevoel hebt dat het een soort free for all was. Er lijkt nu inderdaad een soort vooroordeel te zijn ontstaan dat er een nieuwe groep wielrenners zijn gaan fietsen in corona-tijd die denkt dat het een koers is als ze buiten de weg aan het trainen zijn. Waardoor het nog asocialer wordt van twee kanten. Ook ik erger mij daar kapot aan, die renners die zonder helm rijden. In grote groep tijdens coronatijd en denken dat alles een wedstrijd is

Ik hoorde in de wandelgangen iets over een bel op je racefiets. Dat kan toch niet Thijs?
Van oudsher wordt een bel op je racefiets gezien als een hondendrol op een slagroomtaart. Maar ja het werd drukker en drukker op de wegen en fietspaden in deze tijd, dus dan zei ik maar pardon om erlangs te mogen. Maar mensen raakten daar ook al van geïrriteerd. Toch maar een bel gekocht, ik moet toch iets hè? Al met al is ons imago afgelopen jaar alleen maar slechter geworden. Maar ook doordat we weinig ruimte hebben op de openbare weg, met alle scooters en bakfietsen wordt het alleen maar minder.

 

View this post on Instagram

 

A post shared by Thijs Zonneveld (@thijzzzzzzzzz)

Hoe beleefde jij het eerste half jaar zonder wielrennen? Moest je afkicken?
In die eerste lockdown van 2020 toen er geen wielrennen was, na die eerste persconferentie werden alle klassiekers afgelast, daarna de Giro en de Tour. Ik merkte wel heel erg dat een dagelijkse gang van zaken en mijn agenda afhankelijk zijn van wielerkoersen. Zeker omdat het buiten in de natuur gebeurt leef je eigenlijk in de seizoenen. Maar toen er opeens geen wedstrijden waren, de dagen een grote brij werden. De zondag en de maandag kon ik niet meer uit elkaar houden. Normaal gesproken was zondag koersdag: je ging naar een wedstrijd of zat de hele dag voor de tv om die ene klassieker te kijken. Ik weet ook wel, tis maar een sport. Maar ik merkte ook hoe langer het duurde, dan zie je hoezeer mensen entertainment nodig hebben. Ik vond het ook heel kaal. Je merkt door het gemis van wielrennen de persoonlijke waarde van sport. Het ontneemt je echt plezier in het dagelijkse leven.

Hoe kijk jij ertegenaan dat er werd gereden in corona tijd? Was dat verstandig?
In het wielrennen was het een enorme economische noodzaak. Financieel gezien is het een heel instabiele sport. Als er niks wordt gereden, hebben sponsoren ook geen reden om te sponseren. De bereidheid om risico’s te nemen was heel groot. Zowel van organisatoren als de renners. Het was echt niet allemaal even verstandig. Hoe de ronde van Vlaanderen werd georganiseerd is een goed voorbeeld van hoe het wel moet. In België wordt gewoon door de overheid gezegd, mensen blijf allemaal in uw zetel. Dus dat deden alle Vlamingen. Dat kan je je in Nederland gewoon niet voorstellen. Als wij het NK op Natuurijs organiseren en je zegt tegen Nederlanders dat we 200 km sloot afzetten, pikken de mensen dat niet. Ze gaan het toch doen. Maar om dan te vergelijken bij de Giro en de Tour, daar was het een grote chaos. Op iedere berg stonden mensen zonder mondkapje in elkaars gezicht te hoesten.

Op wat voor manier kijk jij wielrennen? Staat het gewoon aan op de achtergrond en kijk je pas in de finale. Zit je gebiologeerd te kijken met pen en papier om tactieken te ontrafelen. Vertel!
Heel vaak ben ik ter plaatse, dus dan zit ik in een perszaal of afgelopen jaar zaten we in een soort frietkraam, een mobiele studio. Stiekem is de allerfijnste manier om wielrennen te kijken in je joggingbroek op de bank. Ondanks dat ik er met een serieuze blik naar moet kijken en erover moet berichten, probeer ik nog altijd te genieten van de sport Ik probeer daarom juist niet met een aantekenblok op de bank te zitten, maar ik wil ook gewoon voor een deel als toeschouwer kijken naar de wedstrijd.

Is je nog iets opgevallen aan renners in dit corona jaar? Waren er grote veranderingen?
Vooral in het begin waren de ploegen die het meest hadden geïnvesteerd in trainings- en wetenschappelijke begeleiding de grote winnaars, met Jumbo-Visma voorop. Die hebben de hele lockdown gebruikt om een heel uitgekiend trainingsprogramma uit te stippelen en heel veel geld te investeren. Terwijl veel ploegen gingen bezuinigen. En dat zag je terug toen er weer werd gekoerst. Mede daardoor was het voor Jumbo-Visma zo’n succesvol jaar.

“Wij zijn het beste wielerland van de wereld”

Als corona geen roet in het eten had gegooid, wie was dan de grote winnaar van het wielerjaar geworden?
Ik denk dat van de Poel een van de verliezers was door corona. Dat hij de ronde van Vlaanderen won maakte zijn seizoen goed, maar de rest van het jaar was niet geweldig. Je merkte erg dat hij in het begin enorm veel moeite had om ertegenop te knokken. Zonder corona was hij de grote winnaar geweest. Die heeft het veel meer nodig om week in, week uit wedstrijden te rijden.

Wie was de verassing van dit jaar?
Dat was de Sloveen Pogacar in de Tour de France, het blijft de grootste wedstrijd van het jaar. De manier waarop hij won was volslagen uniek. Dit is iets waar je het over 20 jaar nog over hebt. Toen tijdens die tijdrit dat Pogacar ineens de hele tour op zijn kop zette, die Jumbo en Roglic leek alsof ze die niet konden verliezen.

Wie is het grootste wielertalent van Nederland op dit moment?
We hebben zoveel luxe, zowel bij de mannen als de vrouwen. Als je dat optelt dan zijn we gewoon het beste wielerland van de wereld. Dat is iets waar we vaker bij stil moeten staan, want dat gaat ook weer weg. We winnen zo ongelofelijk veel, dat het bijna een luxe-ding wordt. Als je alle talenten op een rijtje zet springt van der Poel er echt uit. Een extreem groot talent die nog zo jong is dat hij nog lang mee kan. Wat hij doet dat heb ik echt nog nooit gezien. Het lijkt een soort nieuw level in het wielrennen. Een grote ronde gaat hij nooit winnen, maar hij kan wel klassiekers winnen. Olympisch goud op de mountainbike zit er ook nog wel in. Hij is zo veelzijdig.

Voor de wielrenleken onder onze lezers, waarom moeten ze juist wielrennen gaan kijken?
Wielrennen is best wel een moeilijke sport om in te stappen als kijker. In eerste instantie denk je dit duurt uren en ik zit nu te kijken naar zo’n bende krioelende mannetjes in bontgekleurde pakjes. Maar wat wielrennen zo mooi maakt is dat het een oneindig gelaagde sport is. Dus alles zit er in, verlies, winst, haat en nijd. De dopingverhalen. Het is de sport van de hoop, er is geen enkele andere sport waarbij zowel de slechtste van de 200 een wedstrijd kan winnen. Bij wielrennen zijn zoveel tactieken mogelijk. Het zit in de sport gebakken dat je moet profiteren van elkaar. Zowel van je ploeggenoten als van je concurrenten. Dat er altijd een manier is waarop je ook als slechtste renner toch kans hebt, maakt wielrennen een geweldige sport om te kijken.

Altijd koers, wielerverhalen uit het coronajaar van Thijs Zonneveld is nu verkrijgbaar in de online boekhandels

Reageer op artikel:
Thijs Zonneveld: “Amateurwielrenners zijn asociale klootzakken”
Sluiten