Drones zijn niet meer weg te denken uit het moderne leven. Hoewel de elektronische vliegmonsters ons regelmatig voorzien van zieke beelden en stunts, worden de machines ook ingezet om oorlog mee te voeren. Uiteraard zijn dat de grotere variante, maar toch. De onbemande vliegtuigen hebben het strijdtoneel voorgoed veranderd. Luchtmacht Luitenant Colonel Mark McCurley heeft een boek geschreven over alles wat zich afspeelt achter de schermen bij het droneprogramma van de Amerikaanse luchtmacht. Omschreven als deel technothriller, deel oorlogsmemoire en deel historisch naslagwerk beloofd dit een klapper van een boek te worden.
De stille moordenaars worden ingezet in de strijd tegen terrorisme en blijven soms wel en dag lang in de lucht, wachtend tot ze hun bommen kunnen lossen. Volgens velen, zoals de Nederlandse regering, zijn deze ingrepen niet legaal. Iemand die aan de andere kant van de wereld zit drukt in een container op een knopje en in Yemen vallen er doden. Een uiterst interessant en grijpend kijkje achter gesloten deuren.
Fragment uit Hunter Killer van Mark McCurley
D it zou de belangrijkste operatie worden sinds de missie waarbij vijf maanden eerder Osama bin Laden was uitgeschakeld. We zaten achter het nieuwe doelwit nummer één van Washington aan: Anwar al-Awlaki, die in contact had gestaan met twee kapers van 11 september. Deze aanval zou de aandacht vestigen op de Predator en de remotely piloted aircraft community, kortweg RPA genoemd. Het zou de onbemande militaire luchtmacht op de kaart zetten als een van de belangrijkste wapens in de strijd tegen het terrorisme.
In 2003, toen ik voor het eerst met Predators begon te vliegen, bestond onze taak vooral uit kijken en luisteren. We werden beschouwd als tweederangs militairen. Maar in de loop van de tien jaar durende oorlog waren we jagers geworden. Een aanzienlijk aantal luchtaanvallen in Afghanistan, Pakistan en Jemen kon op het conto geschreven worden van Predators en Reapers. In 2013 hoefden beleidsmakers niet langer grondtroepen op het spel te zetten in kostbare operaties. Predators en Reapers konden heimelijk over landsgrenzen glippen om terroristen op te sporen en, zo nodig, te doden. De RPA gaf Amerikaanse functionarissen de beschikking over een lange arm om vijanden gericht in het buitenland aan te vallen.
De verbindingsofficier zette een headset op zodat hij met de Predator-piloten kon praten. De communicatie over het internet zou nu worden gebruikt om coördinaten en toestemming tot handelen door te geven. Met de headset op zijn hoofd zette de verbindingsofficier een schakelaar om, zodat alle drie de Predators zijn bevelen konden horen. ‘Gordon,’ zei de verbindingsofficier. ‘Jij bent aanvoerder, bevestig ontvangst.’ Een opmerkelijk heldere stem, met slechts een zweem van vervorming, antwoordde. ‘Copy, Gordon voert aan,’ antwoordde de piloot. ‘Checklist afgewerkt binnen twee mikes.’ ‘Mikes’ was radiojargon voor minuten. Het konvooi was de markt over en ging sneller rijden toen het aan de rand van het gehucht kwam. We konden maar één keer vuren. Als we misten, zou Al-Awlaki onderduiken. In het gunstigste geval zou het maanden duren voordat we hem weer vonden – als we hem al zouden terugvinden. In de wetenschap dat hij en zijn passagiers veilig waren tussen de burgers, had de chauffeur in het dorp op z’n gemak gereden.
Eenmaal op de open weg was snelheid zijn enige bescherming. Na jaren soortgelijke missies gevlogen te hebben, wist ik dat een schot in open terrein moeilijk kon zijn. In deze streek hield niemand zich aan verkeersregels en auto’s reden met bijna roekeloze snelheid over de doorgaande wegen. Al-Awlaki’s chauffeur zou vast geen uitzondering zijn. Het konvooi reed door de uitlopers van het dorp de hoofdweg op en volgde een kronkelend spoor door dorpjes en de woestijn. ‘Doelwit goed in beeld. Orders?’ zei Gordon. In de stem van de piloot klonk geen stress. De verbindingsofficier keek naar de commandant. Die schudde alleen zijn hoofd. ‘Nee, nog niet, Gordon,’ zei de officier. ‘We wachten op orders.’ ‘Op orders wachten’ was een eufemisme voor iemand die geen besluit kon of wilde nemen. Dit was dan ook geen gemakkelijke beslissing. We stonden op het punt om een Amerikaanse terrorist in het buitenland te beschieten. Alleen de president kon toestemming geven voor een aanval van deze orde.
‘Copy,’ zei Gordon. ‘Probeer in positie te blijven, zodat we snel kunnen vuren,’ zei de verbindingsofficier. Gordon gaf geen antwoord. Hij was druk bezig zijn vliegtuig op de juiste schietafstand te houden, waarbij hij moest anticiperen op plotselinge bochten die het doelwit kon maken. Een paar seconden later gaf de piloot van Bong, een andere Predator die vlakbij vloog, een analyse van het landschap waar het konvooi doorheen zou rijden. ‘Het landschap wordt vlakker,’ zei hij. ‘Het lijkt erop dat we zo bij een recht stuk weg komen.’ ‘Copy,’ zei Gordon. Een recht stuk was de meest logische plek voor een schot. De auto’s zouden een constante snelheid aanhouden en een voorspelbare koers. Er waren maar weinig oneffenheden in het landschap om de raket of de richtlaser te hinderen.
Zoals verwacht ging het konvooi van Al-Awlaki sneller rijden zodra het de vlakte bereikte. Twee stofpluimen wolkten achter de trucks op terwijl ze razendsnel door zandophopingen reden die door recente zandstormen op de weg waren geblazen. ‘Tien minuten.’ Gordons opmerking was meer een vraag dan een mededeling. We hadden tien minuten voordat Al-Awlaki aankwam in Marib. Als de Predator wilde vuren, moest het op deze weg gebeuren. De commandant, met zijn koptelefoon tegen zijn oor gedrukt, schudde opnieuw van nee. Elke keer dat het konvooi een kilometerpaal voorbijreed, werd de mogelijkheid voor een aanval kleiner. Ik keek naar de monitor terwijl Gordon zich in positie bracht. Omdat zijn snelheid hoger was dan die van de terreinwagens, voerde de piloot S-bochten uit om te voorkomen dat hij het konvooi voorbij vloog. Als Al-Awlaki al wist dat we boven hem vlogen, gedroeg hij zich daar niet naar. De terreinwagens snelden in een rechte lijn over de hoofdweg.
‘Gordon, geef je status door,’ zei de verbindingsofficier. ‘Checklist afgewerkt, wacht op toestemming,’ antwoordde Gordon. ‘Copy,’ zei de verbindingsofficier. ‘Bong, neem positie in om onmiddellijk een tweede aanval te kunnen uitvoeren.’ Als Gordon miste, zou hij niet in staat zijn om zijn tweede raket af te vuren. Dan zou hij zo dichtbij zijn dat een tweede raket nooit zijn koers zou kunnen bepalen. Bong zou op de juiste afstand op de loer liggen om een tweede schot af te vuren of, als de eerste aanslag succesvol was, het tweede voertuig aan te vallen. ‘Over vijf minuten is het afgelopen,’ zei Gordon. ‘Geef status door.’ De commandant legde zijn telefoon neer. ‘Het is zover,’ zei hij. ‘Geef de 9-line door.’
De verbindingsofficier drukte op ‘Enter’. Hij had de 9-line – de order om te vuren in standaardtermen – al getypt. Elke regel gaf specifieke informatie door aan de piloot. De JTAC, de Joint Terminal Attack Controller, een ervaren vlieger bij de luchtmacht die tot taak had om, indien nodig, luchtondersteuning aan te vragen, kwam online. ‘Gordon, dit is Badger Four One,’ zei de JTAC. ‘De 9-line is actief. Geef je richting aan.’ Het videobeeld bleef gericht op de twee terreinwagens. Af en toe hing het beeld scheef of kantelde het als de camera zich aanpaste aan de manoeuvres van de Predator. Gordon reageerde niet. De piloot gaf zijn sensoroperator, de tweede man van zijn crew, instructies voor het afvuren van de raket. De sensoroperator is een onderofficier die de sensoren in de pod onder de neus van het vliegtuig bedient. Daarmee wordt een laser op het doelwit gericht. Hij is een tweede paar ogen, vooral bij de voorbereiding op het afvuren van een raket. Iedereen in de commandokamer begon nerveus te worden omdat het instrueren zo lang duurde. Ongemakkelijk lang.
Waarom hebben ze dat niet eerder gedaan? Ik verplaatste mijn gewicht van de ene op de andere voet in een poging iets van mijn nerveuze energie kwijt te raken. De verbindingsofficier zat ook te draaien op zijn stoel, net zo ongemakkelijk als ik. Niemand in de commandokamer wilde deze kans missen. Niemand wist wanneer we opnieuw de gelegenheid zouden krijgen. Ik keek op de klok die boven de monitoren hing. Nog drie minuten. De videobeelden hingen opnieuw scheef. ‘Gordon komt eraan vanuit het zuiden,’ zei de piloot. ‘Eén minuut.’ De JTAC aarzelde niet. ‘Gordon, je hebt toestemming om te vuren.’
Als je na het lezen van dit fragment niet op het puntje van je stoel zit dan weten wij het ook niet meer. FHM mag vijf prachtige exemplaren van dit boek weggeven. Winnen? Like dit bericht en beantwoord de volgende vraag in de comments:
Hoe heet de drone die wordt gebruikt door het Amerikaanse leger om doelwitten uit te schakelen?