Q&A met Rico en Badr over hun rivaliteit, geheimen en de langverwachte rematch  

Wat vrees je het meest van de ander?
“Wat ik vrees van de ander haha, nee ik vrees eigenlijk niets. Mijn grootse vrees nu is dat we niet weer zo’n einde krijgen als het eerste gevecht. Dat zal ik echt heel erg betreuren.

Mocht het gevecht toch weer zo eindigen, ben je dan bereid om het allemaal nog een keer te doen?
"Nee, dan heeft een nieuw gevecht geen nut meer. Als het nu op wat voor manier dan ook weer zo zou eindigen. Dan is het heel simpel dan ben ik net als de vorige keer gewoon de winnaar. Dan is dat gewoon wat het is.”

Op wat voor schaal plaats jij Badr in vergelijking met andere vechters die jij in de ring tegenover je hebt gehad?
“Ik denk dat die wel in de top vijf staat van beste tegenstanders die ik kan tegen komen in dit spelletje. Hij is getalenteerd, hij heeft een hoog vecht-IQ, dus daar moeten we mee dealen op 21 december.”

Heb je jouw vechttechniek moeten aanpassen voor dit gevecht of ga je uit van je eigen kracht?
“Uiteraard pas je altijd een game-plan toe op een gevecht. Dus, het ligt heel erg aan de tegenstander. Dat wordt je game-plan. De vorige keer hadden we een grote Badr, die tien kilo zwaarder was, dan dat die nu is. Nu hebben we een wat lichtere Badr en daar moeten we dan weer op schakelen.”

Is dit in jouw voordeel?
“Ik denk dat het allebei zo zijn voor- en nadelen heeft en die weet hijzelf heel goed.”

Als je kijkt naar zijn zwakke en sterke kanten. Hoe bereid jij je daarop voor?
“Uiteraard analyseer ik alles supergoed. Ik beoefen deze sport nu al jaren, ik hou van deze sport en voor mij is dit echt een obsessie. Het is mijn obsessie om de allerbeste te zijn, om alles te analyseren en om alles uit elkaar te halen. Om te zien waar de kansen en de openingen liggen om vervolgens deze wedstrijd vroegtijdig te beëindigen.”

Is dat het doel om deze wedstrijd vroegtijdig te beëindigen?
“Dat is het ten alle tijden.”

Heb je ook nog een bepaald ritueeltje of geheim voorafgaand aan een wedstrijd?
“Nee, niet echt. Ik heb een team om mij heen die mij altijd lekker fired-up krijgt. Ook heb ik altijd muziek aanstaan. Dat is muziek die mij motiveert. Dan hebben we het over rapmuziek, Eminem of Linkin Park. Gewoon muziek die Rico effe op zijn knoppen drukt, waar die moet zijn, vlak voordat die de ring instapt.”

Wat gaat er gebeuren op 21 december?
“We gaan weer winnen. Ik ga mijzelf een vroegtijdig kerstcadeautje geven!”

Wat vrees jij het meest van je tegenstander of vrees jij niks?
Nee, natuurlijk vrees ik niks. Ik ben voorbereid en het allerbelangrijkste is je voorbereiding. Kijk, we vrezen elkaar niet, maar je houdt natuurlijk wel rekening met elkaar. Je kijkt naar iemands pluspunten en probeert je daar zo goed mogelijk op voor te bereiden.”

Als je kijkt naar Rico’s sterke en zwakke kanten. Hoe heb jij je daar dan op voorbereid?
“Kijk, fysiek en conditioneel is die natuurlijk aan de sterke kant, maar dat komt omdat hij het tempo een beetje bepaalt. Dan valt die eigenlijk meer door de mand, want als jij het tempo weet te bepalen in die wedstrijd dan zal die conditie ook niet zoveel uit moeten maken. Dus voor de rest maak ik mij niet zo druk.”

Heb jij jouw vechtstijl op hem aan moeten passen of ga je uit van je eigen bekende kracht?
“Nee, je bent sowieso aan het aanpassen. Het is een wedstrijd, het is improviseren en je hebt een plan. Soms moet je afwijken als het niet werkt en als het wel werkt dan blijf je hangen. Dus wat ik je zeg, voorbereiding is alles.”

Op wat voor schaal plaats jij Rico in vergelijking met andere tegenstanders die jij in de ring hebt ontmoet?
“Uhm, ik geef hem een zeven. Ik weet het niet, hij valt buiten de top tien denk ik.”

Heb jij nog een ritueeltje voorafgaand aan de wedstrijd?
“Ik bel mijn moeder en de kinderen altijd. Ik zeg dat ik ready ben en dat ik het even voor ze ga fixen. Ze hoeven zich dan ook niet zorgen te maken.”

Wat gaat er gebeuren op 21 december?
“Hij gaat zitten.”

Hoe voelt het dan om weer terug te zijn?
“Ik ben al terug. Ik moet het alleen nog even bevestigen en dat ga ik ook doen. Maak je geen zorgen.”

Tekst: Stan op de Weegh