‘Wraak’ is het boek voor de fans van Narcos en Breaking Bad

Vorig jaar schreven we bij FHM al over ‘King Coke‘ van Dannis Kramers. Zijn debuut werd genomineerd voor alle grote thrillerprijzen en nu is net zijn tweede boek ‘Wraak’ uitgekomen.

Het boek gaat over de Nederlandse Mick die een gevangenisstraf uitzit in de beruchte Colombiaanse gevangenis La Modela waar hij zint op wraak op topcrimineel Chucho van het Popayánkartel, die zijn vrouw vermoordde en dochter ontvoeren. Maar eerst moeten hij en zijn twee maten, Chicanogangster Tiberio en Bosnische elitesoldaat Prilaz, nog even zien ontsnappen. Laat je op moordend tempo meeslepen van Colombia naar de achterbuurten van LA en het belegerde Sarajevo. Voor liefhebbers van Narcos en Breaking Bad. 

Top van thrillerschrijvend Nederland

Als journalist en misdaad-documentairemaker kent Dannis Kramers de onderwereld als z’n onderbroek. Zo zat hij wekenlang undercover in een bordeel in Bangladesh en maakte hij series over de wereld van drugskoeriers en internationale smokkelsbendes. Na het voltooien van zijn boek ‘Wraak’, is hij nu bezig met een serie over oorlogsveteranen. Liefhebbers van spannende thrillers gaan geheid aan hun trekken komen bij ‘Wraak’ . Het is cynisch, waanzinnig en gruwelijk en Dannis Kramers heeft zich nu al gevestigd bij de top van de Nederlandse thrillerschrijvers. Niet voor niets wordt hij nu al de Quentin Tarantino van de Nederlandse thrillerauteurs genoemd.

Wij mogen exclusief een fragment uit het boek publiceren. Grote kans dat jij na dit stuk alleen maar meer wilt. Dat komt goed uit, want we geven 5 exemplaren van het boek weg.

Wraak Dannis Kramers

10 SEPTEMBER 2001
In de lift van World Trade Center 1 – noordtoren (New York, Verenigde Staten)
3, 4, 5, 6…
De rode digitale getallen volgen elkaar snel op. Zo snel dat ik het bijna niet geloof. Maar toch; het pijltje ernaast is veelzeggend. Het wijst omhoog. Nog veertig verdiepingen te gaan, dan spuugt de li zijn eerste lichting kantoorpersoneel uit in Sky Lobby 1. Daarna nog eens vierendertig verdiepingen omhoog, naar Sky Lobby 2. Op de achtenzeventigste verdieping pak ik dan met mijn twee maten een kleinere li naar de tachtigste verdieping. Dat is ons eindpunt. Daar moet het gebeuren.
De ondergang van mijn aartsvijand.
Onze aartsvijand.
Met een snelheid van veertig kilometer per uur schieten we om- hoog in de enorme wolkenkrabber in Lower Manhattan. Ik heb nog maar heel even de tijd om te overdenken wat ik zo meteen moet doen. Ik kijk opzij naar mijn compagnons. Ik ken ze inmiddels zes jaar. Als gevangenen hebben we samen geslapen, gedroomd, gescheten en gemoord. Zonder Prilaz en Tiberio had ik de hel die moet doorgaan voor een Colombiaanse gevangenis niet overleefd.

Het is aan de oom van Tiberio te danken dat we nu omhoogschieten naar onze afspraak met de ceo van de New York Offshore Trading Company Limited. We zijn op weg naar een respectabel man die werkt voor een respectabel bedrijf in een nog respectabeler gebouw. Het World Trade Center prikt als een dubbele oversizede fallus tussen minder bedeelde lullen twee gaten in de blauwe lucht boven de stad. Maar weinig mensen weten dat op de tachtigste verdieping van de noordtoren vele miljoenen aan drugsdollars worden witgewassen. Iedere dag weer.

Vanuit dit kantoor worden de enorme inkomsten van diverse misdaadsyndicaten weggesluisd naar allerlei schimmige en minder schimmige lege bv’s, brievenbusfirma’s en fondsen op afgelegen plekken als de Cookeilanden, de Seychellen, Bermuda en de Bahama’s. Ook de zuurverdiende dopedollars van het Popayán-kartel vinden hun weg naar veiliger oorden via de New York Offshore Trading Company Limited.

Ondanks de strakke driedelige maatpakken die we ons vanochtend bij een chique kledingwinkel op 40th Street hebben laten aanmeten, vallen we op tussen de keurige grijze kantoorklerken. Als drie grof gekliefde stukken rots tussen een stapel bakstenen. Tiberio is een bruinrood kunstwerk, hij hee evenveel en even grote tatoeages als Prilaz opzwellende en woest rollende spieren hee . Hun lichamen zijn een landkaart van littekens en leed. Als je er de tijd voor zou nemen kun je er hun levens vol geweld en ontberingen aan aflezen. Ik zou ze met mijn leven vertrouwen, heb dat ook al vaak gedaan de afgelopen jaren.
24, 25, 26…
Tiberio kijkt me ongemakkelijk aan vanuit zijn Azteekse masker van tattoos en slecht geheelde wonden.

Madre de Dios, zes jaar in de hel tussen jullie stinkende lijven, moordenaars en serieverkrachters is minder erg dan zes seconden in deze lift met secretaresses, managers en beurshandelaren.’ De woorden persen zich langs zijn gespannen lippen. Acht dagen geleden zijn we ontsnapt. We moeten alle drie dus nog even wennen aan het New Yorkse kantoorleven, zeg maar.

Relajarse, Tiberio, ontspan je en koester de tijd. Je bent vrij. Over een uur staan we weer buiten. Als je wilt, zoeken we daarna een betonnen muur met tralies voor het raam waar je door naar buiten kunt kijken.’

Prilaz mompelt iets onverstaanbaars in het Bosnisch. Het is misschien maar goed ook dat we niet weten wat er in hem omgaat.
42, 43, 44…
De liftdeuren schuiven open. Het gros van de andere maatpakken maakt zich uit de voeten, steelse blikken werpend op de drie criminelen die zich als hen voordoen. Ze trappen er niet in.

Het maakt me geen reet uit.
‘Laat ze lekker de tering krijgen in die toren van ze.’ Nu ben ik het die mompelt. In het Nederlands, dus de kans dat iemand me hee verstaan is nihil. Er blijven nog maar twee andere mensen achter. Ineens hebben we met z’n drieën het numerieke overwicht. Prilaz durft nu wel wat te zeggen. Ik hoop maar dat niemand in de lift ons met zwaar gevangenis-slang doorspekte Spaans kan verstaan. Ook Prilaz lijkt enigszins gespannen.

Coño Mick, hadden we niet nog een paar dagen kunnen wachten? Ik schijt in mijn broek voor deze lift . Hadden we niet gewoon in zo’n koffiezaakje af kunnen spreken met die bankier? Gewoon op de grond. Waar een mens hoort te staan. Hoe hoog is dit edificio maldito, dit vervloekte gebouw wel niet?’

Eigenlijk heb ik vanaf het moment dat de deuren zich achter ons sloten precies hetzelfde gevoel. We zitten in een doodskist aan een touwtje waarvan het maar de vraag is of hij ons uiteindelijk op zo’n driehonderd meter boven de grond gaat afzetten.
Gekkenhuis. Liever een cel dan dit.
Maar ik zeg wat anders.

‘Je ziet het verkeerd, Prilaz. Voel de vrijheid! Dat zijn jullie vergeten. Bedenk wat er allemaal om je heen staat: New York, Amerika! Home of the Brave, Land of the Free! Vorige week had je nu net een karig bordje kip naar binnen zitten lepelen in La Cantina, moet je zien waar je nu staat! Nog even en we hebben het mooist denkbare uitzicht op het Vrijheidsbeeld. Wat wil je nog meer?’

De man in zijn zandkleurige trenchcoat staat met zijn aktekoffertje voor zijn borst alsof het een schild is. De vrouw in strak mantelpak met eronder felgekleurde gympen drukt zo onopvallend mogelijk als ze kan op het knopje voor de zestigste verdieping.

59, 60… Vrijwel direct remt de lift af en als de liftdeuren weer openschuiven haasten de twee zich eruit.

Zodra de liftdeuren weer dichtschuiven en we ons eigen spiegelbeeld bekijken verwoordt Tiberio wat ook al dagenlang door mijn hoofd spookt.
‘Wat als hij er toch is?’
66, 67, 68…
De stilte wordt alleen onderbroken door het gedempte geluid van de liftkabels boven onze hoofden. Prilaz is even resoluut als toen we het plan bedachten voor deze meeting bij de Offshore Trading Company.

‘Natuurlijk is hij er niet. Hij hee wel wat beters te doen dan de verhalen van accountants en bankiers aanhoren over wat ze met zijn geld doen.’ ‘De koning snapt er ook helemaal niks van,’ vul ik aan.

Ik zeg het, maar ik geloof niet dat het een garantie is dat hij er niet zal zijn. De vraag blij resoneren in mijn hoofd en roept alleen maar meer vragen op. Wat als hij er wel is? Heeft hij dan zijn bende sargentos en capitanes bij zich? Kan ik dan nog bij hem komen en ben ik snel genoeg om hem te vermoorden?
76, 77, 78…
Weer schuiven de liftdeuren open. In Sky Lobby 2 kunnen de vijfentwintigduizend werknemers die dagelijks in de noordtoren van de Twin Towers hun werk doen een lokale lift pakken die hen naar de verdieping brengt waar ze aan de slag gaan. Wij doen hetzelfde en wachten tussen het voorname witte marmer op ons boemelliftje. Tiberio herhaalt nog eens, voor de eenentwintigste keer vandaag, de waarschuwing van zijn oom.

‘Wij van Mara Salvatrucha zijn inmiddels gevaarlijker dan de Colombiaanse kartels. Die voeren onderling alleen maar oorlog. Hier in de VS hebben we al meer dan dertigduizend bendeleden. Net zoveel als in Midden- en Zuid-Amerika. En wij vormen een massief blok van doelgerichtheid en daadkracht. De bankier die we gaan ontmoeten weet dat.’

De ogen in het masker richten zich nu op mij. Ook al is het mijn vriend, deze krijger wil je niet tegenover je hebben als vijand. Zijn leger al helemaal niet.

‘Mick, jij praat de zoete woorden die hij graag wil horen. Ik zorg dat hij niet vergeet wie we vertegenwoordigen.’ Hij kijkt me er nog eens indringend bij aan. Een ordinaire truc die werkt doordat zijn donkere ogen, diep verzonken in het roodbruine inkt, twee zwarte onheilspellend glazen bollen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de bankier ook onder de indruk zal zijn.

Daarna wijst hij Prilaz aan, die de bruinleren map in zijn misvorm- de hand hee geklemd. Erin zitten alle bescheiden over de financiele huishouding van Mara Salvatrucha. De missende duim, wijs- en middelvinger heeft de Bosnische reus jaren terug achtergelaten in een andere toren. Minder hoog dan deze, maar veel donkerder. ‘En jij zorgt dat Chucho, de baas der bazen van het Popayán-kartel, na vandaag geen dollar meer heeft om zijn kont mee af te vegen, zwart of wit. We zullen hem van alles en iedereen isoleren. Daarna zal onze wraak nog zoeter zijn dan jij kan praten, Mick.’

… 79, 80.
Het pijltje knippert. En gaat dan uit.
‘Ik heb mijn tío ervan overtuigd dat jouw plan gaat werken, Mick. Er hangt dus veel af van wat jij nu gaat zeggen.’

De deuren schuiven open.
Een kleine delegatie van accountants en bankiers staat ons glunderend op te wachten. De middelste grijnst het hardst zijn parelwitte tanden bloot. Hij spreidt bovendien veelbetekenend zijn armen.

Mister Van Nuys, so pleased to welcome you in our humble little office. My name is Mike Monroe, I am the Chief Executive Officer of the New York Offshore Trading Company Limited. So pleased to finally meet you!

Als de man me daarna daadwerkelijk omhelst alsof we elkaar al jaren kennen, weet ik dat het met misdaad en geweld vergaarde fortuin van de Mara Salvatrucha de weg naar een soepele onderhandeling al heeft geplaveid.

https://giphy.com/gifs/netflix-cartel-escobar-6C2mOt4HlGaQw

Winnen

Da’s verdomme spannend of-nie dan? Dachten wij ook. ‘Wraak‘ smaakt naar heel veel meer. Wij kunnen je heel veel meer geven, want we mogen 5 exemplaren van het boek weggeven. Wil je die winnen? Tag in de comments op Facebook iemand die jij het boek Wraak van Dannis Kramers cadeau zou willen doen en geef eventueel aan waarom. Kan je winstkansen alleen maar ten goede komen. Succes! Mocht je niet tot de gelukkigen behoren, dan kun je ‘m altijd zelf nog gewoon bestellen.

Boek

Wie? Dannis Kramers
Wat: Wraak
Kost-da? € 19,99
ISBN: 9789401610216

Reageer op artikel:
‘Wraak’ is het boek voor de fans van Narcos en Breaking Bad
Sluiten