Cocaïne en kaas hebben meer gemeen dan je denkt


Je bent op een feestje en verveeld je de pleuris. De hele avond staat er zo’n heerlijk kaasplateau op je te wachten, je begeeft je richting de hapjestafel en denkt “Top, ze hebben kaas” vervolgens neem je 1 blokje maar al gauw verlies je jezelf in de andere Franse stinkbrie: “Godver wat is dat lekker!”. Je kunt maar niet stoppen en al gauw heb je de halve Franse kaasregio naar binnen geduwd.



Volgens een nieuw onderzoek is hier een wetenschappelijke reden voor: kaas triggerd namelijk dezelfde neurotransmitters als ’s werelds meest bekende harddrug: cocaïne. Het onderzoek ging vooral in op waarom je van bepaald voedsel altijd zin krijgt in meer. De onderzoekers beweren dat hoe vetter en meer bewerkt het eten is, des te meer kans er is op een verslaving. Wat misschien verklaart waarom er nog nooit iemand verslaafd is geraakt aan wortels. 



Het meest ‘gevaarlijke’ bestandsdeel in kaas is hoogstwaarschijnlijk caseïne, een vorm van proteïne dat heftig inspeelt op je zogenaamde opioïde receptoren, wat vervolgens weer extreem veel invloed uitoefent op je verlangen naar meer. Cocaine schijnt diezelfde opioïde receptoren aan te spreken, waarbij dezelfde neurotransmitters werken als bij het eten van vette kaas.

Theoretisch gezien is het dus ook mogelijk dat als je aan een dosis wit begint je spontaan zin krijgt in een goede bak lasagne of zo’n smeuïge kaaspizza van je lokale Italiaan omdat het dus diezelfde neurotransmitters aanspreekt. In dat opzicht beperk je in ieder geval de schade van het niet kunnen eten na een gram Oostenrijkse poedersneeuw. Say cheese!

Reageer op artikel:
Cocaïne en kaas hebben meer gemeen dan je denkt
Sluiten